Folk Tale

Koning Radboud

AuthorJ. Cohen
Book TitleNederlandsche Sagen en Legenden
Publication Date1919
LanguageDutch
OriginNetherlands

Koning Radboud was een machtig koning, die langen tijd tegen den God der Christenen streed, maar de God der Christenen had flinke soldaten, en een generaal, die Carolus Martellus heette. Koning Radboud kon zich wel in allerlei bochten wringen, hij werd gedwongen, om zich tot het Christendom te belijden. Niemand minder dan Willebrord, de bisschop van Utrecht, zou hem doopen.

De beenen van den koning Radboud waren allebeide bloot, en reeds zette hij één der voeten in de vont, maar hij wachtte nog, vóór hij den tweeden bij den eersten gezelde. „Waarop wacht ge, heer koning?" vroeg Willebrord. „Wel, ik denk na," alzoo zeide de koning, „waar mijn voorouders zijn".

„Uw voorouders?" antwoordde de bisschop. „Die zijn in de hel, aangezien zij het doopsel niet hebben ontvangen". „En waarheen zal ik dan gaan?"

„Gij zult met de Christenen in 't Hemelrijk komen, zoodra ge uw tweeden voet naast den eersten hebt gezet.." „En zal ik dus, als ik gedoopt ben, naast de Christenen zitten, die ik niet ken, en als ik me niet laat doopen, zal ik dan met mijn voorouders branden in de hel, dan wil ik liever bij mijn voorouders in de hel, hoe de duivelen ook stoken, dan bij de arme Christenen in den Hemel." — Hij trok hierop zij voet uit de vont, en langzaam ging hij heen, zonder nog om te zien.


Text viewBook