Folk Tale

De leeuw en de olifant

Translated From

Λέων καὶ Προμηθεὺς καὶ ἐλέφας

AuthorΑἴσωπος
LanguageAncient Greek

Other Translations / Adaptations

Text titleLanguageAuthorPublication Date
The Lion, Jupiter, and the ElephantEnglishGeorge Fyler Townsend1867
LanguageDutch
OriginGreece

De leeuw beklaagde zich onophoudelijk bij Prometheus. Het was waar dat Prometheus hem mooi en groot had geschapen, met kaken gewapend met tanden en zijn armen met klauwen, en met een grotere kracht dan elk ander dier. Maar met al deze voordelen, klaagde de leeuw, was hij toch bang voor hanen. “Je hebt geen reden om het mij kwalijk te nemen” antwoordde Prometheus. “Je hebt alles dat ik je kon geven, alles dat in mijn macht lag om voor je te maken. Het is je eigen geest dat deze zwakheid heeft.” Nadat hij dit had vernomen begon de leeuw zichzelf ervan te beschuldigen een lafaard te zijn, tot hij uiteindelijk wilde sterven. Maar terwijl hij in deze staat verkeerde ontmoette hij een olifant, en nadat hij hem had gegroet, stopte hij hem voor een praatje. Het viel hem op dat de olifant continu zijn oren bewoog. “Wat is er aan de hand?” vroeg hij. “Kun je je oren niet even stil houden?” Op dat moment vloog een horzel langs het hoofd van de olifant. “Zie je dit kleine zoemende ding?” vroeg hij. “Als het in het gat van mijn oor vliegt is het met me gedaan.” “Er is geen reden voor mij om te sterven”, zei de leeuw. “Ik ben groot en sterk, en ik ben beter af dan de olifant. Een haan is zeker iets om meer bang voor te zijn dan een horzel.”


Text view