Folk Tale

De Zeehondenhuid

Translated From

Selshamurinn

AuthorJón Árnason
Book TitleÍslenzkar þjóðsögur go æfintýri
Publication Date0
LanguageIcelandic

Other Translations / Adaptations

Text titleLanguageAuthorPublication Date
The SealskinEnglishD. L. Ashliman_
La peau de phoqueFrench__
Das SeehundsfellGermanÅge Avenstrup1919
AuthorMaarten Janssen
Book Titleibid
Publication Date2014
ATU4080
LanguageDutch
OriginIceland

Op een goede morgen liep een man uit Myrdal in het oosten heel vroeg, nog voordat de mensen op waren gestaan, langs een paar rotsen totdat hij bij een grot kwam. Hij hoorde dat er gezongen en gedanst werd in de grot, en buiten zag hij een groot aantal zeehondenhuiden liggen. Hij pakte een van de huiden op, nam hem mee naar huis en stopte hem in een kist.

Wat later, in de loop van de dag, kwam hij weer langs de ingang van de grot. Er zat een jong, beeldschoon meisje naakt luid te wenen. Dat was de zeehond van wie hij de huid had meegenomen. De man gaf het meisje kleren, troostte haar en nam haar mee naar huis. Ze ging op den duur erg van hem houden, maar kon minder goed met andere mensen overweg. Vaak zat ze daar maar wat uit te kijken over de zee.

Na een poosje trouwden ze. Ze woonden gelukkig samen en hadden vele kinderen samen. De man bewaarde de huid onder slot en grendel in zijn kist en nam de sleutel altijd mee, waar hij ook maar naartoe ging.

Vele jaren later roeide hij een keer naar zee en vergat de sleutel onder zijn kussen. Anderen zeggen dat hij een keer naar de Kerstmis ging en dat zijn vrouw ziek was en niet met hem mee kon gaan. Hij was vergeten de sleutel uit zijn werkkleding te halen toen hij zich omkleedde. Toen hij 's avonds thuis kwam, was de kist open en was zijn vrouw samen met de huid verdwenen.

Ze had de sleutel gevonden en uit nieuwsgierigheid de kist doorzocht en de huid gevonden. Toen kon ze de verleiding niet weerstaan, had de kinderen vaarwel gezegd, de huid aangetrokken en in zee gesprongen. Voordat ze in zee sprong zou ze tegen zichzelf gezegd hebben:

Ik wil en ik wil ook niet, Ik heb zeven kinderen in de zee En zeven op het land.

Er wordt gezegd dat de man zich dit erg aantrok. Als hij naar zee roeide om te gaan vissen, dat er dan vaak een zeehond rond zijn boot kwam zwemmen en dat het net was of hij huilde. Vanaf dat moment had hij altijd geluk bij het vissen en kwam het geluk vaak met hem mee het strand op.

Men zag vaak dat als de kinderen van het echtpaar naar het strand gingen, dat er een zeehond in zee met hen mee zwom en gekleurde schelpen naar hen toe gooide. Maar hun moeder kwam nooit meer terug aan land.


Text view