trans-5330

De wolf en het lam

LanguageDutch
OriginFrance

't Gebeurde eens, dat een lam in 't koele water plaschte, Aan d'afloop van een heldre beek, Toen hem op eens een wolf verraste, Die, nuchter uitgevast, rondsnuffelde in de streek. "Wat!" riep hij met vergramde kaken: "Het water dat ik drink komt gij hier troebel maken? Gestraft moet die vermetelheid!" "Maar, Sire!" sprak het lam, "ik bid Uw Majesteit Wel allerneedrigst om genade, En smeek haar niet voorbij te zien Dat ik nog wel een pas of tien Van 't plekjen waar Zij staat, beneden strooms, mij baadde, Zoodat ik 't water van Haar bron Onmooglijk troebel maken kon." "Dat hebt gij toch gedaan!" riep Grimbaard in zijn toren, "Maar 'k ben door u, verleden jaar, Bebabbeld bovendien! Of is dat ook niet waar?" "Hoe kan dat?" zuchtte 't lam, "Ik was nog niet geboren: Mijn moeder zoogt mij nog." - "Dan is 't uw broer geweest." "Ik heb geen broer." - "Dan toch het een of ander beest Van uw famielje! Ik heb steeds boosheid ondervonden Van u, uw herders, en uw honden! Dat eischt in 't eind een goede les." En zonder vorm zelfs van proces Heeft Grimbaard, één, twee, drie het arme schaap verslonden.

Helaas, zóó gaat het maar in 't ondermaansche slijk: De sterkste heeft altijd gelijk!


Download XMLDownload textStory